Het is 2021. Het gaat al een tijdje niet goed met mijn tante en haar man. Hij heeft al een aantal hersenbloedingen gehad en zij sukkelt al een hele tijd met haar gezondheid. Ze heeft veel pijn en de laatste tijd voelt ze zich steeds slechter. Vele ziekenhuisbezoeken later is er nog steeds geen echte duidelijkheid over wat er nu speelt. Echt heel veel contact met ze hebben we niet. Ze leiden een beetje een teruggetrokken leven en we zien ze eigenlijk alleen maar wanneer we bij mijn oma op bezoek zijn. Ze hebben een dochtertje van 9, de keren dat ik haar gezien heb zijn op twee of drie handen te tellen.

Het wordt zomer. Mijn tante moet naar het ziekenhuis, het gaat heel slecht met haar. Ze houdt bijna geen eten meer binnen en ze wordt steeds zwakker. Mijn oom heeft hulp nodig en kan niet zo goed voor zichzelf en mijn nichtje zorgen. Zolang mijn tante in het ziekenhuis ligt, zal de overbuurvrouw hun een beetje helpen. Een tijdje later gaat ook mijn oom het ziekenhuis in. Mijn nichtje leeft nu een groot deel van de tijd bij haar overburen.

En dan, 17 september, bereikt ons het droevige bericht dat mijn tante is overleden. We weten dat de kans dat mijn oom zelfstandig thuis kan worden steeds kleiner wordt. Mijn nichtje moet ergens heen, want bij de overburen kan ze niet blijven. En zo starten de gesprekken.

Het besluit

Mijn tante had twee kinderen uit een eerder huwelijk, ze zijn allebei begin 20 en eigenlijk is de conclusie dat ze een kans moeten krijgen om hun eigen gezinnen en levens op te bouwen zonder de zorg van een jong meisje erbij te krijgen. Mijn moeder en mijn tante zijn eigenlijk te oud. Ze zijn allebei al grootmoeders en dus is pleegouder worden geen optie. Mijn man komt met een voorstel: Wat als wij het doen? We kennen haar niet zo goed, maar we hebben de ruimte in ons huis en de ruimte in ons hart. Natuurlijk wordt het wel een uitdaging want het meisje heeft een rugzak. Maar goed we besluiten het te doen. We worden netwerkpleegouders.

Mijn oom geeft vanuit het ziekenhuis toestemming. Hij is fysiek zwak en kan maar nauwelijks de papieren zelf ondertekenen. Maar de kogel is door de kerk. Wij gaan voor zijn dochtertje zorgen en hij blijft uiteindelijk hoofdverantwoordelijke. Hij wil haar het zelf vertellen en uitleggen. Dat is nogal een hobbel, want het ziekenhuis is niet bepaald een fijne plek voor mijn nichtje. Er zitten herinneringen aan dood en verdriet en pijn. Maar samen gaan we met haar ernaar toe en hij kan haar nog zelf vertellen dat ze aan het einde van het jaar bij ons komt wonen. We gaan de overdracht van de overburen naar ons stukje bij beetje laten verlopen.

Ze wordt begin november 10 jaar. Ze viert haar verjaardag bij de overburen met ons erbij, met mijn moeder en mijn tante, haar halfbroer en halfzus. In de woonkamer hangen lange rijen kaartjes om haar steun toe te wensen. We besluiten dat ze een maand later, per 1 december, bij ons komt wonen. Ze mag haar eigen kamer inrichten, leuke kleuren kiezen en haar eigen plekje ervan maken. Een klein eilandje dat ze met niemand hoeft te delen, waar ze zich hopelijk in de toekomst veilig en vertrouwd kan gaan voelen. Ze was nog nooit bij de IKEA geweest, dus het is allemaal nieuw en spannend. Aan de ene kant wel leuk, maar aan de andere kant ook helemaal niet.

De klap

Twee weken later. 16 november. Haar vader overlijdt. Ik ben degene die het haar vertelt, samen met de overbuurvrouw. Ze is net het eerste weekend bij ons blijven logeren om te oefenen. Om een beetje te proeven hoe het gaat. Ze besluit dat ze niet meer terug naar de overbuurvrouw wil. Ze is 10 jaar, ze is gebroken. En ik, ik ben fulltime pleegouder van een meisje geworden. Het is mijn taak om haar hier zo goed mogelijk doorheen te begeleiden. Om alle ups en downs vanaf dat moment samen met haar te beleven. Om jaren van verdriet en pijn te verwerken. En dat blijkt een hele kluif te worden, maar daarover in de toekomst meer.

De crematie van haar vader lijkt veel op die van haar moeder. Dezelfde man spreekt, dezelfde volgorde, sommige stukken standaard tekst zijn hetzelfde. Het voelt hetzelfde, maar ook zo anders. Al onze levens staan op zijn kop. De levens van mijzelf, mijn man en onze zoon, maar bovenal ook die van het 10-jarige meisje dat nu onze verantwoordelijkheid is. We worden niet alleen haar pleegouders, maar ook haar voogd. En nu, 3 en een half jaar later, zijn we nog steeds zoekende.

De toekomst

We hebben er een dochter bij, en zij heeft nieuwe mensen die als ouderfiguren optreden maar het niet zijn. Ze wil zich aan ons binden, maar ze wil ook haar ouders niet kwijt. Samen proberen we ons bootje door de woeste wateren te navigeren. Soms lijkt het alsof we zinken, soms is er een stilte in de storm waarin we even adem kunnen halen. Het is en blijft zoeken, het is en blijft samen proberen een weg te vinden in het grote onbekende. Geen enkele dag is hetzelfde, er lijkt soms geen week te zijn zonder dat we samen weer een uitdaging tegemoet gaan.

Maar we gaan hem aan. Samen. Ook al voelen we ons allemaal soms alleen en onbegrepen. Ook al stoeien we met verbinden en loslaten. Ik hoop dat we uiteindelijk een weg kunnen vinden.

Wil je op de hoogte blijven wanneer er een nieuwe blog online komt? Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *